Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Bronchitis

betekenis & definitie

Bronchitis (Bronchiaalcatarrh), ontsteking van het slijmvlies der luchtpijpstakken; kan acuut of chronisch optreden. Zij komt voor als zelfstandige ziekte (primair) of als gevolg van andere aandoeningen (secundair). De meest voorkomende oorzaken der primaire b. zijn kouvatten en inademen van prikkelende gassen, stof (steenhouwers, bakkers, enz.) en andere vreemde lichamen. Secundair kan zij optreden bij ziekten van longen, neus, keel, hart, nieren, bij infectieziekten (influenza, mazelen, kinkhoest, diphtherie, buiktyphus, enz.), bij jicht, na gebruik van joodkalium, enz.

De ontsteking kan beperkt blijven tot de grove luchtpijpstakken of ook de fijnere vertakkingen aandoen (bronchiolitis); bij den acuten vorm is gewoonlijk ook de luchtpijp ontstoken en zou men beter van tracheobronchitis kunnen spreken. De acute bronchitis verloopt met matige koorts, een algemeen gevoel van onwelzijn, gebrek aan eetlust, vaak een pijnlijk gevoel achter het borstbeen; het voornaamste verschijnsel is de hoest, die in het begin gepaard gaat met het moeilijk opgeven van weinig, taai sputum (droge b.), na eenige dagen met gemakkelijker opgeven van meer, slijmig, etterig sputum (vochtige b.). Een voor oude lieden en vooral jonge kinderen vaak levensgevaarlijke aandoening is de acute ontsteking der fijnste luchtpijpstakken (bronchitis capillaris), waarbij het vaak tot ernstige benauwdheid, versnelde ademhaling, blauwkleuring van lippen en nagels (cyanose) kan komen. De chronische b. gaat alleen met koorts gepaard, indien acute verergeringen optreden; vindt men bij chronische b. voortdurend wat koorts, dan bestaat de mogelijkheid, dat men met een beginnende longtuberculose te doen heeft. Zij kan met weinig verschijnselen verloopen (lichte hoestaanvallen, vooral na het ontwaken, weinig sputum), of den lijder dag en nacht met hoestaanvallen, opgeven van veel slijmig of etterig sputum, aanvallen van kortademigheid het geheele verdere leven hinderen. Als gevolgen kan het op den duur komen tot opblazing der longen (zie EMPHYSEMA PULMONUM), verwijding der luchtpijpstakken (bronchiectasie), hartvergrooting, onvoldoende hartswerking en haar gevolgen.

Komen de rottingsbacteriën in de luchtpijpstakken, dan kunnen deze een b. foetida veroorzaken, waarbij zoetachtig stinkende fluimen worden opgegeven en gevaar bestaat voor het optreden van longontsteking, overgaande in longversterf (gangreen). Zeldzaam is de b. fibrinosa of crouposa, waarbij onder groote benauwdheid vaste stolsels worden opgegeven, die in hun opbouw de vertakkingen der fijnere luchtpijpstakken kunnen weergeven. Voor b. in het bijzonder gevoelig zijn kinderen en oude lieden; onder de kinderen vooral lijders aan Engelsche ziekte en scrophulose; voorts zwaarlijvige, bloedarme, verzwakte personen.

De behandeling bestaat bij acute b. in het gebruik van slijmoplossende, hoestbedarende middelen, bij koorts en aandoening der fijnere takken bedrust, omslagen om de borst volgens Priessnitz; kleine kinderen drage men veel in den arm, (telkens de houding wijzigend), frissche, vochtige lucht (stoomen), inhalatie van oplossende zouten, enz. Bij secundaire b. behandeling der oorzakelijke aandoening. Ook bij chronische b. ga men met zorg na, welke de oorzaak is en behandele of vermijde deze. Men hoede zich hierbij voor guur weder; in den winter is een verblijf in het Zuiden (bijv. Sicilië, Madeira, Egypte, Algiers, de Riviera) aan te raden; als badplaatsen zijn Ems, Kissingen, Homburg, enz. of de zee aangewezen. Voorts kuren met Emser-, Selterswater, enz., expectorantia of ter bestrijding van de afscheiding balsamica; inhalatiebehandeling met terpentijn, kreosoot, Emser zout, enz. Bij foetide B. inhalatie van pix liquida, terpentijn; ook terpentijn inwendig. Bij b. crouposa sterke expectorantia; bij chronische b., met aanvallen van benauwdheid, joodkalium.