Bronbemaling of bronnenbemaling, vindt met andere methodes toepassing bij het fundeeren van kunstwerken en gebouwen onder het normale peil van het grondwater. Uit een aantal in den grond geplaatste bronnen onttrekt men zooveel water, dat het grondwater ter plaatse waar men fundeeren wil, tot onder het laagste peil der werkzaamheden daalt. Daarna kan men zonder meer „in den droge” fundeeren, met als voordeelen: gemakkelijke en nauwgezette uitvoering, goed toezicht, lage eenheidsprijzen, welke laatste echter verhoogd worden met de kosten der bronnenbemaling, welke in sterk permeabelen bodem zeer aanzienlijk kunnen worden daar het grondwater gemakkelijk naar de bronnen kan toestroomen. In zand is de methode in ’t algemeen uitstekend te gebruiken.
Met trapsgewijze verlaging van den grondwaterspiegel door concentrisch aangebrachte series bronnen bereikte men 19 M. onder het normale peil. In ons land is bronnenbemaling herhaaldelijk toegepast, het eerst door F. C. J. van den Steen van Ommeren, c.i. (zie Ingenieur 1903, no. 18) en later door den Rijkswaterstaat bij de uitvoering van grcote scheepvaartsluizen. Zie ook WATERLEIDING.