Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Bovenbouw

betekenis & definitie

Bovenbouw - 1) Bij den aanleg van wegen en spoorwegen onderscheidt men een onder- en een boven-bouw. De onderbouw* bestaat uit de aarde baan*, met wat zich daarin bevindt, b.v. de kunstwerken. De b. is datgene, wat als weg of spoorweg benut wordt en waarvoor de onderbouw als grondslag en tot steun dient.

Den b. van gewone wegen vormt de verharding. Bij de verschillende soorten van verhardingen is hierachter de b. nader omschreven; hij maakt typeerend onderscheid tusschen de wegen en elk systeem stelt weer bijzondere eischen voor den onderbouw ; zoo is voor een asphaltstraat een sterkere onderbouw noodig dan voor een klinkerweg en de steenslagweg stelt weer zekere eischen betreffende de grondsoort in de aardebaan. De materialen voor den b. van wegen maken het systeem.

Door toepassing van klinkers wordt de klinkerweg, door grind de grindweg en door keien de keiweg gevormd. Bij spoorwegen bestaat de b. uit het ballastbed en de sporen met hun toebehooren.

De samenstelling is op te maken uit fig. 1, die een dwarsprofiel van een opgehoogden spoorweg met dubbel spoor, en fig 2, die een ingegraven baan met enkel spoor voorstelt. Het ballastbed wordt op de afwaterend afgewerkte aardebaan gestort, om daarop of daarin de liggers ter ondersteuning van de rails te leggen. Het moet poreus zijn voor een droge en vaste ligging der liggers en bestaat daarom uit grind of voor minder belangrijke spoorwegen en voor tramwegen uit zand, afgedekt door een grindlaag. Klei of leem mag in een ballastbed niet voorkomen. In landen, waar natuurlijke steen goedkoop is, wordt het dikwijls van steenslag gemaakt.

Voor de ondersteuning van de spoorstaven of rails worden gelegd dwarsliggers, langsliggers of op zichzelf staande steunpunten, z.g. klokken. Het meest gebruikelijk en het doelmatigst is de toepassing van dwarsliggers, zooals in de fig. 1 en 2 ook is voorgesteld. Dwarsliggers belemmeren de afwatering van het ballastbed niet en kunnen bij ondeugdelijkheid eenvoudig vervangen worden. Ze worden gemaakt van hout of ijzer. Zie verder DWARSLIGGERS, LANGSLIGGERS, SPOORSTAVEN en SPOORWEGEN.

2) In den landb. is b. het verbouwen van gewassen op het hoogveen, zonder dat dit laatste vooraf verturfd is. — Het voorzetsel „boven” staat in tegenstelling met „dal” van dalgrond, welken naam men geeft aan een verturfd hoogveen en in vergelijking met het hoogveen door het wegnemen van de voor brandturf geschikte lagen in de laagte of in een dal ligt. — Den b. vindt men overal in de nabijheid van de oorspronkelijke nederzettingen op het hoogveen. Hij draagt bij ons een tijdelijk karakter, wijl de hooge venen binnen langeren of korteren tijd verturfd worden. O.a. in Duitschland echter, is deze cultuur meer blijvend en is door de onderzoekingen van het Brenner Veenproefstation (opgericht in 1877) tot eene rationeele cultuur ontwikkeld. Volgens de methode van dit station uitgevoerd, wordt ze de „moderne bovenbouw” genoemd en is het mogelijk door ontwatering, geschikte bewerking en aanwending van kunstmeststoffen op het woeste hoogveen zonder voorafgaande verturving vruchtbaar bouw- en grasland te vormen. — (Litt. Marissen. Leerboek der Grondverbetering 2e deel).