Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Benzine

betekenis & definitie

Benzine - of petroleumaether. Vroeger was b. de gebruikelijke benaming voor benzol; thans verstaat men onder b. een mengsel van koolwater stoffen, dat door gefractioneerde destillatie uit ruwe petroleum gewonnen wordt en zich voordoet als een bewegelijke, waterheldere, aetherisch rie kende vloeistof. Bij de destillatie van petroleum vangt men gewoonlijk eerst een fractie op, die tot 160° C. kookt en den naam van ruwe benzine draagt, waaruit door gefractioneerde destillatie, na zuivering door achtereenvolgende behandeling met geconcentreerd zwavelzuur en natriumhydrozyde, de volgende fracties afgescheiden worden: Petroleumaether kpt. 40°—70° SG. 0.65— 0.66 Gasoline „ 70°-80° „ 0.64 -0.667 C Petroleumnaphta „ 80°—100° „ 0.667 -0.707 (petroleum, ben zine, vlekken water, Dan forth’s olie).

B Petroleum naphta (Ligroine) „ 100°—120° „ 0.707-0.722 A Petroleumnaphta „ 120°—160° „ 0.722733 Deze verschillende fracties van de b. zijn kleurlooze vloeistoffen, onoplosbaar in water, oplos baar in absoluten alkohol, goede oplosmiddelen voor vetten, harsen, enz. De dampen geven met zuurstof of met lucht gemengd explosieve meng sels, die o. a. toepassing vinden als drijfkracht voor motoren (benzinemotoren). Onder den naam van Autoline, Sumatrine e. d. wordt b. in den handel gebracht, geschikt voor het gebruik in motoren van automobielen, vliegmachines, enz. B. surrogaten ontstaan door samenpersen en con denseeren van natuurgas (Amerika) en door „kra ken”, d. i. onder druk bij hooge temp. destilleeren van hoogkokende petroleumfracties. De „gekraak te” oliën hebben door een gehalte aan onverza digde verbindingen dikwijls een slechten reuk. B. wordt vooral beoordeeld naar de grenzen, waartus schen zij kookt, en naar haar gehalte aan aroma tische koolwaterstoffen. De aanvoer geschiedt grootendeels in tankschepen. Het bewaren en af tappen geschiedt wegens het brand- en ontplof fingsgevaar onder een koolzuuratmosfeer, resp. koolzuurdruk (Martini en Hüneke.) B.damp, met lucht gemengd, kan gemakkelijk tot ongelukken aanleiding geven, die in 1916 in Duitschland alleen 246 in getal waren, waarvan 120 met doodelijken afloop. De grenzen van het ontplofbare mengsel liggen bij 1.4 en 6 volumedeelen b. per 100 volume deelen lucht-damp-mengsel, zoodat reeds zeer weinig b. in de lucht gevaarlijk is.

Vandaar het bewaren van b. in reservoirs met een koolzuur atmosfeer. Litteratuur: Scientific American Sup plement no. 2099 van 26 Maart 1916). Litteratuur voor b.: Engler-Höfer, Das Erdöl; Gurwitsch, Wiss. Grundlagen der Erdölbearbei tung. Voor b. surrogaten: Petroleum, jaargang XI (1916). Voor b. reservoirs e. d.: Feuerwehrtechn. Zeitschr. jaargang IV (1916)

Benzinemotoren kunnen als vier- of tweetakt motoren gebouwd worden, dat wil zeggen in het eerste geval heeft bij iedere twee omwentelingen van de krukas in den cylinder een explosie plaats, terwijl bij den tweetakt-motor bij iedere omwente ling van de krukas één explosie in den cylinder plaats heeft. De tweetakt-motor werkt zonder in of uitlaatkleppen, terwijl de aan- en afvoer van lucht en gas door poorten in den cylinderwand geschiedt, die door den zuiger zelf geopend en gesloten wordt. De ontsteking geschiedt door accu of magneet apparaat. Het onderste gedeelte van den motor, waarin de krukas draait, is geheel luchtdicht afgesloten en werkt als luchtpomp. Bij den omhoog gaanden slag van den zuiger wordt deze ruimte met een mengsel van gas en lucht volgezogen, bij den naar beneden gaanden slag wordt dit mengsel ge comprimeerd en tegen dat de zuiger in den laagsten stand komt, opent deze een poort in den cylinder wand, die verbinding vormt tusschende krukruimte en de cylinderruimte. Het gecomprimeerde mengsel stroomt daarop in den cylinder, wordt door den eigenaardigen vorm van den zuiger omhooggedreven en blaast de verbrandingsproducten van de vorige explosie voor zich uit en door een tegenoverliggende poort in den cylinderwand naar buiten. De door de explosie ontstane verhooging van druk drijft den zuiger naar beneden, totdat deze weer de uitlaat poort opent, waardoor de spanning wegvalt en een gedeelte van de verbrandingsgassen naar buiten ontwijken, terwijl de rest een oogenblik later uitge dreven wordt door het instroomende mengsel van uit de krukruimte, die inmiddels weer dit mengsel aangezogen en gecomprimeerd heeft. De vier takt motor heeft in- en uitlaatkleppen; somtijds werken de inlaatklepppen automatisch doch meest worden beide soorten kleppen mechanisch geopend en gesloten. De opeenvolgende periodes van den Viertaktmotor zijn: het aanzuigen van een mengsel gas en lucht bij naar beneden gaanden zuiger; gaat deze weer naar boven dan wordt het mengsel samen geperst en even voor den bovensten stand van den zuiger geschiedt de ontploffing, de zuiger gaat dan naar beneden en bij den daaropvolgenden slag naar boven worden de verbrande gassen uitgestooten.

Benzinemotoren worden gebouwd als 1-, 2-, 4-, 6-, 8- en 12-cylindermotoren. De ééncylindermotoren worden hoofdzakelijk gebruikt voor motorfietsen en voor het aandrijven van landbouwwerktuigen, pompen, stofzuigmachine enz., terwijl de 2tot 12 cylindermotoren voor auto’s, motorbooten en vlieg machines gebruikt worden. Benzinemotoren zijn snelloopers en worden daarom in alle onderdeelen licht gebouwd. Zuiver uitgebalanceerde motoren voor race-auto’s en vliegmachines maken tot 1750 toeren per minuut. Zie ook AUTOMOBIELEN.