Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Attis

betekenis & definitie

Attis - een Phrygische mannelijke god met onzekere naamsafleiding. Behoort tot de groep-Vooraziatische vegetatiegoden (Tammuz-Adonis-AttisOsiris), waarbij de mannelijke god als zoon-gemaal der vrouwelijke godheid geldt. Zoo is Osiris de zoongemaal van Isis, Adonis van Aphrodite, Tammuz van Istar en Attis van Cybele. In deze mythen is het vrouwelijk principe constant als de geheimzinnige bewaardster van het leven, het mannelijk principe gaat in den dood om straks als „zoon” (het nieuwe jonge leven) weer te verrijzen.

Die dood is altijd gewelddadig (door een beer, zooals bij Adonis, door castratie, zooals bij Attis, door een vijand, zooals bij Osiris, door verboden liefde, zooals bij Tammuz). Deze verschillende wijzen van sterven vertegenwoordigen verschillende zijden der mythe, en loopen van de eene figuur naar de andere over. De roode voorjaarsbloemen, ontsproten uit ’t roode bloed der dooden (anemonen bij Adonis, viooltjes bij Attis) zijn de eerste teekenen van herleving. — Het feest van het sterven en herleven van Attis werd natuurlijk in het voorjaar gevierd met verschillende emblemen (zie VEGETATIEGODEN). Bij Attis is een belangrijk embleem de pijnappel en de pijnboom, die als de doode A. wordt rondgedragen op 22 Maart; de opstanding valt 3 dagen later (25 Maart), het voorjaarsaequinoctium, nadat de Attis-vereerders zich door den bloeddoop (zie TAUROBOLIUM) met den gestorven doch herlevenden god hebben vereenigd. Dit laatste element brengt den Attiskultus op menschelijk terrein; de god is niet meer alleen de god der herlevende natuur, maar ook de „eerstgeborene uit de dooden”.

Het Attisfeest ging gepaard met zelfcastratie der Attispriesters, die het leven van den god imiteeren. In Rome kreeg ’t Attisfeest den vorm van een carnaval met wilde uitspattingen. De vrouwelijke pendant (hier: de magna mater Cybele) gold als moeder-maagd; dat is zeer gewoon bij de vegetatiegodinnen: Neitli en Isis (in Egypte), Istar (in Sabel), Atargatis (in KI. Azië). Vgl. H. Hepding, Attis und sein Kult 1903; J. G. Fraser, Adonis, Attis, Osiris 1907.