Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Afstandmeter

betekenis & definitie

Afstandmeter - 1) voor mil. gebruik. Er bestaan verschillende stelsels, waarvan genoemd kan worden o.a.: de afstandmeter volgens Barr en Stroud (Eng.), werkt — in ’t kort — als volgt: een ± 1 M. lange kijkerbuis heeft nabij haar uiteinde twee voorwerpsglazen; de hierin vallende lichtstralen worden in reflectoren in de kijkerbuis geleid en door een stelsel prisma’s zoodanig gebroken, dat het beeld, dat men door de oogglazen ziet, in twee deelen is gescheiden. Door draaiing aan een stelschroef kan men één der prisma’s verschuiven en daardoor beide deelen van het beeld juist boven elkaar brengen en dan in den kijker tegenover een afleesstreep op een liniaal, die met het verplaatsbare prisma wordt verschoven, den afstand aflezen.

Een zoeker maakt het gemakkelijk, den kijker voorloopig op het doel te richten (Le Télémètre Barr et Stroud, James Mac Lehose and Sons, Printers, Glasgow). Bij doelen in den landoorlog is niet altijd vast te stellen of beide deelen van het beeld zuiver boven elkaar zijn gebracht; daarom worden ook afstandmeters gebezigd, waarin van het doel twee beelden worden gevormd, waarvan één omgekeerd; om afstand te meten, zijn beide deelen zoodanig boven elkaar te brengen, dat een zuiver symmetrische figuur ontstaat.

De Watkin-afstandmeter, uitgevonden door een Eng. artillerieofficier, dient bij afstandmeting met vertic. basis; zie schets in de fig.

Door draaiing aan de schroef met kop wordt de kijker op het richtpunt (waterlijn) gericht; de bij de zoodoende opgemeten terreinhoeken behoorende afstanden zijn langs een schrijflijn op den kop aangegeven en worden bij een afleesstreep op den wijzer afgelezen. De schuif met nok aan den ondersten hefboom dient om rekening te houden met verandering in grootte der verticale basis o. a. tengevolge van eb en vloed of verplaatsing van het instrument. Het toestel is zeer verbeterd en voor gebruik in pantserkoepels geschikt gemaakt door den Ned. Art. off. J. L. Ranneft. Afstandmeters in den geest van den Watkin kunnen ook als opzet aan den vuurmond bevestigd worden. — Door de Infanterie van de meeste legers te velde wordt de afstandmeter of telemeter gebruikt om afstanden te berekenen ten behoeve van de vuuruitwerking. De talrijke soorten zijn terug te brengen tot drie hoofdgroepen:

1) Die welke berusten op het verschil in snelheid van het geluid en van het licht, b.v. de afstandmeter van Le Boulangé.
2) Die, waarbij eene kleine basis bij het doel wordt gemeten (ruiter, staande of knielende schutter, enz.). Voorbeeld de kijkertelemeter van Souchier. De afstand wordt geschat door in den kijker de grootte van het beeld van het doel te vergelijken met dat van een in den kijker aangegeven ruiter of staanden schutter.
3) Die, waarbij eene kleine basis bij den waarnemer wordt gemeten en wel eene veranderlijke, zooals bij den prismatelemeter van Souchier, Stroobants, e. d., of eene constante, zooals bij den telemeter van Fuesz, welke laatste het groote nadeel heeft, dat voor elke opmeting twee waarnemers noodig zijn. Bij de eerste wordt bij den waarnemer W met een prisma een hoek van 90° op den te meten afstand W P uitgezet en met een tweede prisma, in hetzelfde instrumentje aanwezig, in deze loodlijn een zoodanig punt Q gezocht, dat de lijn Q P een hoek van 91° 8' 45" met de uitgezette loodlijn maakt. De afstand W Q is dan 1/50 van den gezochten afstand W P.

Ook bij de marine heeft men a.’s noodig om van een schip af een goed gericht vuur te kunnen afgeven. Vroeger werd deze afstand veelal bepaald door met een sextant de bekende tuighoogte te meten, doch het bijzonder groot aantal toestellen, die werden uitgevonden om het afstandmetingsvraagstuk op te lossen, bij onbekendheid met de tuighoogte van het doel (wat natuurlijk meestal het geval is) bewijst de moeilijkheid daarvan. Bij de Nederlandsche Marine wordt gebruikt het toestel van Barr en Stroud. (Zie boven). Ook de Artillerie gebruikt toestellen voor het meten van de afstanden der doelen tot de vuurmonden, in het bijzonder voor kust- en scheepsgeschut. Zij kunnen berusten op gelijktijdige meting van de hoeken (α en β) aan de basis van een driehoek, in welks hoekpunten liggen de vaste stations en het doel: afstandmeting met horizontale basis; deze methode is bij een groote basis zeer nauwkeurig, doch niet overal toe te passen zonder dat één station buiten de verdedigingswerken komt te liggen; eischt voorts ingewikkelde maatregelen om het juist te zelfder tijd richten en aflezen in beide stations te verzekeren en de gegevens naar de batterij tijdig over te brengen. Meer gebruikelijk is de afstandmeting met verticale basis; berust op het meten van de declinatie (α) van een kijker, waarmede van een vrij hoog punt op het doel (waterlijn van het schip) wordt gericht. Hierbij heeft men dus slechts één station noodig, dat bij den vuurmond kan zijn; de nauwkeurigheid neemt toe met de grootte der verticale basis. Nadeel voor de kustartillerie is het verschil in waterhoogte, waarvoor correcties noodig zijn.

2) in de topographie, zie TACHYMETER.