Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Achab

betekenis & definitie

Achab - Koning van Israël, 876—854 v. Chr., zoon en opvolger van Omri. Zijn regeering valt in een voor Israël zeer belangrijken tijd. De vriendschappelijke verhouding met Fenicië werd vernieuwd (zie SALOMO, OMRI). Achab huwde Izebel, de dochter van Ethbaal, koning van Tyrus en Sidon.

Mede hierdoor kwam de Baaldienst in Israël tot hoog aanzien. Over den strijd tusschen Baaldienst en Jahwisme, zie ELIA. Voorts bracht Achab den langdurigen oorlog met Juda (zie REHABEAM) ten einde. De vrede werd bekrachtigd door het huwelijk van zijn dochter Athalia met Joram, den zoon van Josafat, koning van Juda. Ten Z.O. des lands handhaafde Achab zijn macht. Moab bleef onderworpen en betaalde hooge schatting (zie MESA); Jericho werd herbouwd. De welvaart nam toe. In het latere gedeelte van zijn regeering had Achab oorlog te voeren tegen de Arameërs van Damaskus, die sinds Asa in vijandschap met Israël leefden.

Ofschoon Achab eerst in Samaria een beleg moest doorstaan, gelukte het hem ten slotte toch, zijn tegenstander Benhadad te verslaan. De veldtocht van het volgende jaar liep wederom ongunstig af voor den Arameeschen koning; hij werd bij Afek verslagen. Israël’s overwinning heeft echter geen vèrreikende gevolgen gehad. Want tegen het eind van den driejarigen vrede, die nu volgde, heeft Achab als vazal van Aram gestreden bij Karkar (854) tegen Salmaneser III, koning van Assyrië. Spoedig daarop brak een nieuwe oorlog met Aram uit over het bezit van de stad Ramoth in Gilead. In den eersten verldslag sneuvelde Achab. Zie NABOTH. (I Kon. 16, 29—22, 40).

< >