Abrikoos - steenvrucht van den Abrikozenboom, Prunus armeniaca, fam. Rosaceeën, vermoedelijk afkomstig uit Toerkestan (niet uit Armenië), maar in het wild niet bekend. De boom is al zeer vroeg in Italië ingevoerd, de vruchten kregen, omdat ze vroeger rijp zijn dan de veel erop gelijkende perziken, den naam praecoqua of praecocia. Hieruit is door bemiddeling van het Arabisch de naam „abrikoos” ontstaan.
De boom heeft vrij breede gezaagde, kale bladeren. De bloemen verschijnen vóór de bladeren, zijn wit tot licht-rood en zitten op een korten steel. De oranje-gele vruchten zijn zacht behaard. De eertijds veel voorkomende abrikozenboomen worden in ons land hoe langer hoe minder geplant, daar de oogst dikwijls mislukt door de late nachtvorsten, die de bloemen doen bevriezen; bovendien wordt de boom sterk aangetast door de gomziekte en door de loodglansziekte, die takken doet afsterven, terwijl ditzelfde verschijnsel ook door andere oorzaak en zeer plotseling in den zomer kan optreden. Vooral op kalkhoudende kleigronden aan huismuren is de A. nog goed thuis en draagt hij vrij regelmatig; men vindt hem dan ook veel in Z. Limburg, Land van Maas en Waal en ’t Land van Heusden en Altena aan boerderijen; zelden vrijstaand. Als onderstam voor de teelt van lage leiboomen gebruikt men Kroosjespruim; voor half- of hoogstam mirabalaan of veredelde pruimenvariëteiten als stamvormers.
Als leiboom snoeit men de abrikoos weinig, als kroonboom of struik kort men slechts de verlengenissen in de eerste jaren in. Het meest kweekt men de Dubbele Oranje, een kleine, milddragende variëteit; verder ook wel de Bredasche en „Moorpark” met grootere vruchten. De vruchten rijpen einde Juli, begin Augustus en worden versch gebruikt of ingemaakt. Een belangrijke invoer van A. in gedroogden en ingemaakten toestand vindt hier plaats vanuit Z.-Frankrijk en Amerika. Abrikozenzaadolie, de olie uit de zaden van de A., gelijkt evenals die van den Perzik veel op Amandelolie en wordt in Italië en Z.-Frankrijk in het groot geproduceerd en als echte Amandelolie verkocht. Het hout wordt voor draaierswerk gebruikt.
