Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Abel jansz. tasman

betekenis & definitie

Abel jansz. tasman - Nederl. zeevaarder, geb. te Lutjegast (Groningen) 1603, overl. 1659 te Batavia, ging in 1634 als „vaerentsgesel” op een tocht mee van Batavia naar Ambon, was in ’t volgend jaar commandant van eenige kielen, die als kruisers waakten in de Molukken-zee, deed in 1637 „een keer naar patria”, om ’t volgende jaar met zijn vrouw als „schipper” van de Engel uit Texel naar Batavia te stevenen, vanwaar hij uitgezonden werd ter verkenning „van een heel groot landt beoosten Japan, uytermate ryck aan gout ende silver”. Hij keerde zonder resultaat, maar moest in de twee volgende jaren in de Chineesche zeeën gaan speuren. In 1642 kreeg hij de opdracht „tot de ontdecking van het Zuitlandt”; hij voer uit met 2 schepen en 100 koppen en had in één jaar „Nieuw-Holland” omzeild, en vastgesteld, dat het niet samenhing met een ondersteld Zuidpoolland. Op dezen tocht ontdekte T. ,,’t eerste landt in de Zuytsee”, dat hij naar den energieken Gouverneur-Generaal „Anthony van Diemenslandt” doopte, alsmede het tegenwoordige Nieuw-Zeeland, door hem „Statenlandt” genoemd.

In 1644 volgde een expeditie met 3 schepen, o. a. om te onderzoeken, of van Diemensland (het latere Tasmania) een eiland was. In 1648 deed hij met 8 schepen „een keer” naar de Philippijnen en Siam. Van zijn „remarkable voyage” in 1642 stelde hij een Journaél ofte beschrijvinghe met kaart op (1643), dat in 1860 door J. Swart is uitgegeven, opnieuw met een Engelsche vertaling en met tal van toelichtingen in 1898 door Mr. J. E. Heeres, terwijl de Linschoten-Vereeniging het uitgaf in haar Werken (deel 17, bewerkt door R. Posthumus Meyjes 1919) onder den titel van de Reis van A. J. Tasman en F. J. Visscher in 1642—43 en '44.

< >