Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zakpijpen

betekenis & definitie

[<Du. Sachpfeife, doedelzak], v./m.

(mv.), Ascidiacea, een klasse van dieren, behorend tot het onderfylum manteldieren.

(e) Zakpijpen zijn holle, veelal boltot flesvormige dieren, met twee openingen (→manteldieren). Zij leven vastgehecht op de zeebodem. De kleur varieert van soort tot soort, van doorzichtig tot geel en rood. De afmetingen kunnen, afhankelijk van de soort, tot 15—20 cm bedragen. Diverse soorten zijn ook in de Noordzee algemeen, b.v. geleikorst, maar evenals de meeste andere vastzittende dieren ontbreken zij waar de (zandige of modderige) bodem sterk in beweging is, d.w.z. langs grote delen van de Ned.-Belg. kust.

< >