Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Wagemaker (jaap)

betekenis & definitie

Ned. schilder, * 6.1.1906 Haarlem, ✝ 28.1.1972 Amsterdam. Wagemaker ontwikkelde, na in expressionistische trant te hebben geschilderd, een abstracte stijl, waarbij hij sterke invloed van de schilders van de Cobragroep onderging.

Wagemakers bloei als kunstenaar dateert van ca.1955. Sindsdien begon hij in zijn schilderijen ruwe materialen uit de natuur en gevonden objecten te verwerken. Zijn doeken werden toen beschilderd met een dik mengsel van verf, zand en gruis, waarop bovendien allerlei stukken materiaal, b.v. hout, textiel, schelpen, machineonderdelen, werden aangebracht. Veel van zijn werken noemde hij landschappen. Zij zijn geen afbeeldingen van landschappen, maar wekken associaties hiermee door de herkomst van het materiaal en de structuur ervan.

Litt. Cat. tent. J. Wagemaker, Stedelijk Museum Amsterdam (1967); H. Jaffé, cat. tent. Vrienden van J. Wagemaker, P.O.C., Eindhoven (1973).

< >