v. (-en),
1. onderlinge betrekking tussen personen en zaken: de verhouding tussen Kerk en Staat, m.n. als rechtsbetrekking; (wiskunde) betrekking van grootheden onderling;
2. (mv.) de afmetingen van een zaak in betrekking tot elkaar, proportie;
3. evenredigheid: de gemaakte winst wordt verdeeld naar verhouding van de inleggelden; elliptisch: naar verhouding is dat duur, vergeleken bij de prijs van andere zaken; gevoel voor verhoudingen, voor de vereiste evenredigheid;
4. verstandhouding: de verhouding tussen hen wasgoed; liaison: een verhouding hebben.