Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Verhoor

betekenis & definitie

o. (verhoren),

1. (strafprocesrecht) ondervraging die een verdachte door daartoe bevoegde ambtenaren ondergaat;
2. (burgerlijk recht) ondervraging door de rechter; iemand in verhoor nemen, hem afzonderlijk nemen en ondervragen; stil verhoor, verhoor bij de rechter-commissaris.

STRAFPROCESRECHT

In Nederland en België heeft het verhoor plaats door de politie en de officier van justitie tijdens het opsporingsonderzoek en tijdens het gerechtelijk vooronderzoek door de rechter-commissaris, al of niet in tegenwoordigheid van de officier van justitie en van de raadsman van de verdachte. Ter terechtzitting geschiedt het verhoor door de voorzitter. Ook de rechters en de officier van justitie kunnen aan de verdachte vragen stellen. De verdachte is niet tot antwoorden verplicht (zwijgrecht). In alle gevallen waarin iemand als verdachte wordt gehoord, dient de verhorende rechter of ambtenaar zich te onthouden van alles wat de strekking heeft een verklaring te verkrijgen waarvan niet gezegd kan worden dat zij in vrijheid is afgelegd (art. 29 Ned. WSv, art. 213 Belg.

WSv). Door dit voorschrift wordt o.a. de dwang tot bekennen door een zeer lang verhoor (third degree) of onder invloed van een waarheidsserum verboden.

BURGERLIJK RECHT

Men onderscheidt het bevel om persoonlijk voor de rechter te verschijnen om inlichtingen te geven, en het zgn. verhoor op vraagpunten, waaraan een van de partijen op verzoek van de andere door de rechter kan worden onderworpen en dat strekt om aan de gehoorde partij een bekentenis te ontlokken. Het heeft in raadkamer plaats en mag uitsluitend lopen over vraagpunten die te voren door de rechter zijn goedgekeurd. Zonder wettige verhindering niet verschijnen of weigeren om te antwoorden op de vragen, kan als erkentenis worden aangemerkt.

Voor verhoor van getuigen: getuigenverhoor.