Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Uiterlijk

betekenis & definitie

I. bn., zich aan de buitenzijde vertonend of daarop betrekking hebbend: op de uiterlijke schijn afgaan, niet tot de kern der zaak doordringen;

II. bw.,

1. voor het oog: scheen hij kalm;
2. niet later dan: ik zal je uiterlijk over 14 dagen opbellen;

III zn., o.,

1. uitwendige gedaante, voorkomen: die man heeft geen gunstig uiterlijk;
2. wat naar buiten zichtbaar is: dat is alleen voor het uiterlijk.