m. (—en),
menigte, bende: een troep jongens; (milit.) een aantal manschappen: de commandant van de troep; (mv.) de gezamenlijke manschappen van een leger, de levende strijdkrachten: troepen in het veld brengen; gezelschap toneelspelers; (ongunstig) geheel van zaken of omstandigheden: het is er een saaie troep; een vuile troep, een vuile boel; (pregn.) het is er een troep, een rommel, een bende, een rotzooi.