troep
troep - Zelfstandignaamwoord 1. rommel, rotzooi ♢ Wat een troep is het hier! 2. groep 1. (militair) militairen, manschappen 2. : Hij viel met een troep van zo'n honderd soldaten op paarden dorpen binnen. ...
Wiktionary (2019)
troep - Zelfstandignaamwoord 1. rommel, rotzooi ♢ Wat een troep is het hier! 2. groep 1. (militair) militairen, manschappen 2. : Hij viel met een troep van zo'n honderd soldaten op paarden dorpen binnen. ...
Muiswerk Educatief (2017)
troep - zelfstandig naamwoord 1. rommelige, vieze boel ♢ ruim je troep toch eens op! 2. groep mensen of dieren die bij elkaar horen ♢ de troepen van generaal Eisenhower trokken Europa binnen Zelfst...
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), troepje, o. (-s), 1. menigte, aantal bijeenbehorende, althans bijeenzijnde personen of dieren (zonder bep. orde): een troep volk, nieuwsgierigen; een troep schapen; — (gemeenz.) een hele troep, een heleboel, ook van zaken; 2. gezelschap toneelspelers: welke troep speelt vanavond? — gezelschap muzik...
M. J. Koenen's (1937)
m. -en; (Fr. troupe): 1. menigte, aantal, bende: een troep schapen, een troep ruiters; 2. in het mv. krijgsvolk, militairen: de generaal sprak tot de troepen; 3. toneelgezelschap: een troep toneelspelers; 4. bende, zooi: wat een troep! een zwijnentroep!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: