[Fr., Lat.], v., aandoening, gekenmerkt door het optreden van klonische (intermitterende) krampen in de spieren van de ledematen.
Tetanie berust op een verhoogde prikkelbaarheid van het zenuwstelsel, meestal een gevolg van een te laag calcium-(kalk)gehalte in het bloed. Tetanie kan ook optreden bij een te zwakke werking van de bijschildklier, alsook door een verschuiving van de zuurgraad van het bloed in alkalische richting (alkalose). Een tetanie-aanval zet in met een gevoel van onbehagen, stijfheid en moeheid. Dan treden de eigenlijke krampen op, die in de vingers beginnen en zich langzamerhand naar boven verplaatsen. De beide lichaamshelften worden symmetrisch aangedaan. Behalve krampen treden ook gevoelsstoornissen en pijnen op.
Het bewustzijn blijft volkomen intact. Na de aanval, die geleidelijk verdwijnt, voelen de patiënten zich weer prima. Het aantal aanvallen wisselt zeer sterk. Directe hulp geeft het via een ader toedienen van calcium(zouten); daarna wordt de behandeling voortgezet met een aan vitamine-D verwante stof. Zie kramp.