[Tu. tasj, steen, kent, dorp], hoofdstad van de SSR Oezbekistan (USSR), 1,6 mln. inw. Tasjkent is het grootste industriecentrum van Centraal-Azië, tevens de grootste stad van Russisch-Azië.
Er is machinebouw, textiel-, aardolie-, lederen schoenenindustrie, kabelen elektro-industrie en produktie van verfwaren, zuurstof en levensmiddelen. In de omgeving staat een grote elektrische centrale, gevoed door aardgas. Tasjkent heeft de grootste luchthaven van Centraal-Azië. Ook cultureel is de stad van belang: universiteit, 17 hogescholen, academie van wetenschappen, 50 onderzoekinstituten, 9 theaters, 5 concertzalen.
GESCHIEDENIS
Reeds voor de christelijke jaartelling lag ter plaatse van Tasjkent een stad. Deze werd in de 7e eeuw veroverd door de Turken en in de 13e eeuw door de Mongolen, die de stad uitbreidden. Sinds de 16e eeuw maakte Tasjkent deel uit van de rijken van resp. Kirgiezen en Kazachen. In 1723 is de stad veroverd door de Kalmukken.
In 1786 werd Tasjkent een stadstaat, in 1810 werd het onderworpen door het khanaat Kokand. In 1865 werd het bezet door de Russen.