(het accent wisselt) [<Gr. kopto, slaan], v./m. (-n, -s),
1. (taalkunde) term ter aanduiding van een proces van klankverandering, waarbij een klinker in een woord verloren gaat, meestal onder invloed van een zwaar accent op de beginvocaal;
2. (muziek) verschuiving van het metrisch accent naar een licht maatdeel;
3. (geneeskunde) korte bewusteloosheid, flauwte.