v., toestand met viscositeit nul, waarin helium komt als het tot beneden het labdapunt wordt afgekoeld.
(e) Superfluïde helium heeft een aantal merkwaardige eigenschappen: de viscositeit is verwaarloosbaar (ten minste 106 x kleiner dan die van helium l) en het warmtegeleidingsvermogen is extreem goed (honderden malen beter dan dat van koper bij kamertemperatuur), →helium.