Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

stoom

betekenis & definitie

m. (g. mv.), damp waarin water overgaat wanneer het kookt; onder (van een stoomwerktuig) met voldoende stoom om te werken; (van een stoomboot) varend.

(e) In het ➝thermodynamisch toestandsdiagram van water wordt de stoomfase begrensd door de kritische isotherm en door de lijn van ➝verzadigde damp. Stoom waarvan de toestand bepaald wordt door een punt op de verzadigingslijn, heet verzadigde stoom of droog verzadigde stoom. Verder in het gasgebied spreekt men van oververhitte stoom. In het ➝coëxistentiegebied bestaat er een thermodynamisch evenwicht tussen stoom en water (natte stoom). Bij een druk van 1 atm. wordt stoom gevormd bij 100 °C, het kookpunt van water. Bij hogere drukken verschuift het kookpunt naar een hogere temperatuur.

Een mengsel van lucht en fijn verdeelde waterdruppels heet nevel en wordt vaak abusievelijk ook stoom genoemd. Stoom is kleurloos en volkomen doorzichtig. Nevel daarentegen is wit en bij voldoende concentratie van de waterdruppels ondoorzichtig.