(scheurde, heeft en is gescheurd),
1. vaneenrijten, doortrekken, een spleet in iets maken: zijn kleren scheuren;
2. door trekken in stukken doen delen, verscheuren: linnen scheuren;
3. (tuinbouw) methode om plantmateriaal te vermeerderen: rabarber scheuren;
4. losrukken, door trekken met geweld verwijderen: iemand de kleren van het lijf scheuren; zich uit iemands armenscheuren-, losrukken;
5. (akkerbouw) omploegen van land, om het daarna als bouwland te gebruiken: een akker, een stuk land scheuren, het voor de eerste maal omploegen; weiland tot bouwland maken;
6. een scheur of scheuren krijgen, door een scheur verdeeld worden: pas op, het papier zal scheuren;
7. de bochten zo scherp mogelijk nemen, waarbij de autobanden een gierend geluid maken: hij scheurde op twee wielen door de bocht; roekeloos rijden.
AKKERBOUW
Na het scheuren en de daaropvolgende bewerkingen kan de lucht gemakkelijker inwerken op de bodem. De graszode gaat tot ontleding over en de daarin opgehoopte plantenvoedende stoffen komen beschikbaar. Voor een snelle en goede vertering van de oude zode moet deze zorgvuldig gekeerd en niet dieper dan 10-15 cm ondergebracht worden. Gescheurd grasland behoeft daarom in de eerste jaren weinig of soms geen bemesting. Sommige gewassen groeien zelfs te welig op pas gescheurd grasland, terwijl zij ook vaak meer dan op gewoon bouwland van insekten (ritnaalden, emelten enz.) hebben te lijden.
Scheuren is een geschikt middel om slecht grasland te verbeteren door het na het scheuren één of meer jaren als bouwland te gebruiken, goed te bemesten en te bewerken, en het daarna weer met een mengsel goede gras-en klaverzaden in te zaaien. Een stelsel waarbij het scheuren van het grasland systematisch voorkomt heet wisselbouw (vruchtopvolging).
Ook komt scheuren voor in tijden dat de veehouderij minder voordelig is dan de akkerbouw: bij voedselschaarste (tijden van oorlog) en bij gebrek aan deviezen (weinig import van akkerbouwprodukten).
TUINBOUW
Het scheuren van planten kan worden toegepast als de wortelpruik zich laat splitsen, b.v. als de plant uitlopers vormt of onderaardse stengels. Elk af gesplitst gedeelte, mits voorzien van voldoende wortels, kan tot een volledige plant uitgroeien.