Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

rechtsmacht

betekenis & definitie

v./m., bevoegdheid van een rechterlijk college of rechter, jurisdictie; (ook) bevoegdheid van de rechterlijke macht in het algemeen, begrensd door de bevoegdheid van de wetgevende macht en die van de uitvoerende macht.

Zo worden in Nederland tegenover elkaar gesteld: rechtsmacht van de gewone rechter en rechtsmacht van de administratieve rechter; rechtsmacht van de Ned. rechter en rechtsmacht van de rechter van een vreemde staat. Art. 167 GW bevat een algemene opdracht van rechtsmacht aan de rechterlijke macht, evenals art. 2 WRD: De kennisneming en de beslissing van alle geschillen over eigendom of daaruit voortspruitende rechten, over schuldvorderingen of burgerlijke rechten, en de toepassing van elke soort van wettig bepaalde straffen, zijn bij uitsluiting opgedragen aan de rechterlijke macht, volgens de verdelingen van rechtsgebied, de rechterlijke bevoegdheid en de werkzaamheden bij deze wet geregeld. Volgens de jurisprudentie van de Hoge Raad is voor de vraag of de gewone rechter rechtsmacht heeft in een bepaald geschil beslissend: het recht waarin de eiser vraagt te worden beschermd, en niet de aard van het recht waarop de verweerder zijn verweer grondt of van de werkelijk bestaande rechtsverhouding.

De internationale rechtsmacht van de Ned. rechter, nl. de rechtsmacht in burgerlijke zaken met een internationaal aspect, is niet in het algemeen geregeld en afgebakend van die van de rechters van andere staten. Een bovenstatelijke jurisdictieverdeling ontbreekt, maar een belangrijke stap daartoe is gezet met het Europese Economische Gemeenschap Bevoegdheids-en Executieverdrag van 27.9. 1968. De Ned. wet geeft geen algemene regels, maar wel enige bijzondere regels voor de internationale rechtsmacht van de Ned. rechter in bepaalde soorten rechtszaken. Waar wet of verdrag geen rechtsmacht vestigen, geldt de door de Hoge Raad aangenomen regel dat aan de Ned. rechter rechtsmacht toekomt, indien op grond van de regels van relatieve bevoegdheid een bepaalde Ned. rechter als bevoegd is aan te wijzen (bevoegdheid). Het is niet uitgesloten dat twee rechters van verschillende staten beiden rechtsmacht hebben in hetzelfde geschil, de Ned. rechter op grond van de in Nederland geldende regels, een buitenlandse rechter op grond van de in zijn land geldende regels (positief jurisdictieconflict).

Volgens de artt. 92, 93 van de Belg. GW behoren geschillen over burgerlijke rechten bij uitsluiting tot de bevoegdheid van de rechtbanken; geschillen over politieke rechten behoren eveneens tot de bevoegdheid van de rechtbanken, behoudens de bij de wet gestelde uitzonderingen. De GW heeft onder de bescherming van de rechterlijke macht alle burgerlijke rechten geplaatst d.w.z. alle private rechten bevestigd en ingericht door het BW en de wetten die het aanvullen; aan de hoven en rechtbanken is de opdracht verleend de inbreuken op die rechten te herstellen. Om deze bescherming te verwezenlijken houdt de GW geen rekening met de hoedanigheid van de procesvoerende partijen, noch met de aard van de handelingen die een krenking van het recht zouden hebben veroorzaakt, maar enkel met de aard van het gekrenkte recht. De uitdrukking politieke rechten duidt het geheel aan van de rechten tot deelneming in de uitoefening van de machten die uitgaan van de natie; de burgerlijke rechten zijn alle andere rechten.

Voor canoniek recht: zie jurisdictie.