v./m.,
1. buit: (van) goede prijs, buit zijn; (rechtmatig) verbeurd zijn; prijs, buit maken, in bezit nemen, buitmaken;
2. (prijzen), buitgemaakt schip: de prijs, buit op sleeptouw nemen.
Gepubliceerd op 13-12-2021
betekenis & definitie
v./m.,
1. buit: (van) goede prijs, buit zijn; (rechtmatig) verbeurd zijn; prijs, buit maken, in bezit nemen, buitmaken;
2. (prijzen), buitgemaakt schip: de prijs, buit op sleeptouw nemen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: