(pompte, heeft gepompt),
1. een pomp doen werken; een vloeistof of gas verplaatsen door de werking van een pomp: lucht in een fietsband -; (m.n.) de pomp van een schip bedienen om het binnengekomen water te lozen: een schip met — drijvend houden; — of verzuipen, men moet zijn uiterste krachten inspannen om de zaak te redden;
2. ben. voor verschillende bewegingen die herinneren aan het pompen; pompend remmen, met stoten remmen, de rem telkens indrukken en weer loslaten, ook verend of in cadans remmen genoemd;
3. (natuurkunde) optisch -, de bezetting van de energieniveaus van atomen kunstmatig verhogen door bestraling.
