m. (-s), materiaal of apparaat dat slechts gepolariseerd licht doorlaat; soms uitgevoerd als een schijfje (b.v. polaroid).
(e) Laat men een lichtbundel achtereenvolgens op twee polarisators in de ‘gekruiste’ stand vallen (d.i. loodrecht op elkaar qua polarisatierichting), dan wordt geen licht doorgelaten. Draait men de tweede polarisator (meestal aangeduid als analysator) in zijn vlak rond, dan wordt beurtelings licht en geen licht doorgelaten. Per omwenteling zijn er twee standen waarbij volledige uitdoving optreedt. →polarisatie.