Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

paardetuig

betekenis & definitie

o., het geheel van riemen e.d. waarmee men een paard aanspant.

Het paardetuig bestaat uit het hoofdstel (halter) met leidsels, het gareel of borsttuig met buikriem en strengen. Eventueel ook een zgn. broek om de wagen zonodig af te remmen, en de halsriemen bij in een span lopende paarden, om de lange dissel te dragen. Bij een paard dat alleen voor de wagen loopt, hangt het lamoen (de tweearmige disselboom waar het paard tussen geplaatst is) aan twee lussen aan een zadeltje.

< >