Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

oploop

betekenis & definitie

m.,

1. het te-hoop-lopen, het onrustig samenlopen van een menigte, samenscholing: een oploop veroorzaken; (concreet) te hoop gelopen menigte; een achter zich hebben, zich zo gedragen, dat men door veel mensen nagekeken en gevolgd wordt;
2. opzwelling: van bloed.

< >