(leefde op, is en heeft opgeleefd),
1. tot het leven terugkeren, herleven; (fig.) ik zag zijn werklust opleven;
2. opfleuren, weer tot nieuw leven komen: de natuur begint weer wat op te leven; de handel leefde op;
3. (gew.) verteren, opmaken.
Gepubliceerd op 13-12-2021
betekenis & definitie
(leefde op, is en heeft opgeleefd),
1. tot het leven terugkeren, herleven; (fig.) ik zag zijn werklust opleven;
2. opfleuren, weer tot nieuw leven komen: de natuur begint weer wat op te leven; de handel leefde op;
3. (gew.) verteren, opmaken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: