Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Nebukadnezar

betekenis & definitie

[Naboekoedoerrioetsoer, Naboe, bescherm de oudste zoon], naam van Babylonische koningen.

Nebukadnezar I, koning van Babylonië (1124 v.C.— 1103 v.C.). Nebukadnezar streed met Assyrië en vocht waarschijnlijk ook aan de Midden-Eufraat. Onder Hoeteloesjinsjoesjinak ondernam hij twee veldtochten tegen Elam, dat door hem werd geplunderd.

Nebukadnezar II, koning van Babylonië (605—562 V. C.). Nebukadnezar was een zoon van Nabopolassar. In een kroniektekst is een aantal van zijn veldtochten tegen Syrië (tot 595) vermeld. Nebukadnezar wilde tevens de machtspositie die Egypte daar vestigde, afbreken (Slag bij Karkemisj, 605). In 604 plunderde hij de Filistijnse stad Askelon.

In 597 veroverde hij voor de eerste maal Jeruzalem en voerde de Judese koning Jojakim en velen van diens volk naar Babylonië. Een opstand in Juda, die door de Egyptische farao Apriës was aangesticht, werd door hem neergeslagen. Hij versloeg de Egyptenaren en nam na een maandenlange belegering Jeruzalem in (587). Opnieuw werden vele joden gedeporteerd. In 586 schijnt hij een succesvolle veldtocht tegen Egypte te hebben ondernomen. Nebukadnezar bouwde fraaie tempels en een paleis in Babylon en versterkte de stad met muren en bastions.

Zijn geschiedenis komt voor in Dan.2-4.

LITT. C.Tate, Nebuchadnezzar (1969).