Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

meermolm

betekenis & definitie

m./o., bagger, fijne zwarte grondsoort op de bodem van veenmeren, m.n. in delen van Hollandse droogmakerijen.

Meermolm is ontstaan doordat bij de vroegere vervening in de toen ontstane plassen en meren resten veen zijn blijven zitten, terwijl tevens veel van de bovenste veenlaag, waarop de vegetatie groeide, wegens onbruikbaarheid werd teruggestort. Dit venig materiaal is op de bodem van de plas vermengd met allerlei kleine organismen (schelpdiertjes e.d.). Door de overheersend westelijke winden, die in de meren een bovenstroom in oostelijke en een onderstroom in tegenovergestelde richting veroorzaakten, is dit materiaal grotendeels langs de bodem getransporteerd naar de westelijke oevers. Na de droogmaking ontstond aan deze randen van de droogmakerijen een doorgaans vrij smalle strook met zeer humusrijke, zwarte, kalkhoudende laag meermolm. Deze grond is uitermate geschikt als tuingrond, is in het voorjaar uitstekend te verwarmen en leent zich vooral voor de uitoefening van tuinbouwteelten onder verwarmd glas (glascultuur). In Zuid-Holland zijn dergelijke meermolmgronden o.a. te vinden in Berkel en Rodenrijs en Nieuwerkerk aan den IJssel, beide centra voor de vroege stooktomatenteelt. In de nog bestaande veenpiassen wordt op bepaalde plekken meermolm aangetroffen, dat wordt opgebaggerd en als potgrond in de tuinbouw gebruikt, meermotorig, bn., met meer dan één motor m.n. van vliegtuigen gezegd.

< >