gesproken vanaf Mauretanië tot in Niger, zowel in de kuststaten als meer binnenlands (Mali en Opper-Volta). De talen in deze groep vertonen een sterk afwijkend taaltype.
Men veronderstelt daarom dat de Mande-talen een van de eerste afsplitsingen vormen uit de Niger-Kongo-taalfamilie. Typerend is b.v. dat het object aan het werkwoord vooraf gaat, in plaats van daarop te volgen, zoals in de meeste andere Westafrikaanse talen. De Mande-dialecten, Malinke, Mandingo en Bambara, vormen een nauw verwante groep. Zij worden door meer dan 3 mln. mensen gesproken in Senegal, Gambia, Guinea, Mali, Ivoorkust en Sierra Leone. Twee andere belangrijke Mande-dialecten zijn Mende (586000 sprekers) en Temne (ca. 600000 sprekers), beide gesproken in Sierra Leone.
LITT. G.Innes, A practical introduction to Mende (1967).