Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

manchet

betekenis & definitie

[Fr.], v./m. (-ten),

1. handboord aan een overhemd of blouse : vaste, losse manchetten;
2. (scherts.) handboei: iemand de manchetten aandoen;
3. ring voor water-of luchtdichte afsluiting;
4.(plantkunde) ring of verdikking van de steel van paddestoelen onder de hoed;
5. schuimrand op een glas bier. De manchet kwam in het begin van de 16e eeuw voor het eerst voor als kleine mouwomslag in de dames-en herenkleding. Zij groeide uit tot zeer brede en rijkversierde mouwomslag en handhaafde zich tot in het begin van de 19e eeuw. Daarna verdween de manchet aan de mantel en ging zij als vast boord over op het mouweind van het hemd, zonder enige versiering. In de 19e eeuw kwamen daarvoor ook losse gesteven linnen manchetten in de mode die zich tot in de 20e eeuw handhaafden.