joods feest van zeven dagen (15― 21 tisjri, meestal in okt., zelden eind sept. vallend). Het Loofhuttenfeest was oorspronkelijk een feest om te danken voor de vruchtenoogst, maar werd later vooral een dankfeest voor Gods bescherming van het joodse volk, verbonden met de herinnering aan de tocht door de woestijn (Lev.23,43).
Er wordt tijdens deze dagen niet gewerkt; men woont in hutten die op of bij het huis zijn gebouwd. Het van plantenstoffen vervaardigde dak is het belangrijkste. Bij de synagogedienst gebruikt men een plantenbundel, die uit een palmtak bestaat waaraan drie mirtetakjes, twee wilgentakjes en één cederappel (ethrog) zijn bevestigd. De bundel wordt opgeheven en heen en weer bewogen. Het Slotfeest sluit meteen op het Loofhuttenfeest aan.LITT. J.Soetendorp, Symbolen der joodse religie(1966); S.de Vries, Joodse riten en symbolen (1968).