Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

lood

betekenis & definitie

o.,

1. chemisch element met het symbool Pb: een blok lood; een huis met dekken; in lood gevatte ruitjes; glas in -; koud, blauw als -; het is zo zwaar, het weegt als -, is zeer zwaar; (fig.) met in de schoenen (met loden schoenen) aankomen, schoorvoetend, langzaam naderen; dat is om oud ijzer, dat maakt geen verschil, komt op hetzelfde neer;
2. (boekdrukkerij) het lettermetaal voor het gieten van zetsel; ook het zetsel;
3. kogel(s): kruit noch -hebben; het moordend lood;
4. stuk, gemaakt van lood, in verschillende toepassingen, b.v. als tegenwicht aan schuiframen, als gewicht aan een uurwerk; (zeevaart) -dieplood: het lood werpen, gooien; schiet- of paslood, vandaar in het -, loodrecht: die muur staat niet in het -; een muur in het brengen; uit het lood (geslagen) zijn, onthutst, verlegen, uit zijn evenwicht zijn; als voorwerp ter bezwaring van een visnet, een hengelsnoer;
5. bepaald gewicht, vroeger een half ons; later een tiende van een ons (decagram); (spr.) vrienden in de nood, honderd in een lood.

Lood behoort tot de 4 B-groep van het periodiek systeem. Het heeft buiten de geheel gevulde 5d-schil nog twee 6sen twee 6p-(valentie)elektronen. Het kan hierdoor een tweewaardig positief ion en een vierwaardig positief nevenreeksion vormen. Loodisotopen zijn bekend met atoommassa 194214. In de natuur komen vier loodisotopen voor, drie stabiele 208,82Pb (52,3 %), 20782Pb (22,6 %), 20682Pb (23,6 %) en een radioactieve met een halveringstijd van 1,4 x 1019 jaar (alfastraling), nl. het 20482Pb (1,48 %). Zuiver lood is blauwachtig grauw van kleur, week, taai en snijdbaar.

Aanwezigheid van vreemde metalen, zwavel of zuurstof maken lood harder. Het verse metaaloppervlak verliest door oxidatie aan de lucht spoedig zijn glans, maar de oxidehuid behoedt het onderliggende metaal voor verdere aantasting. Van de sterke zuren tast zoutzuur weinig, salpeterzuur gemakkelijk, zwavelzuur alleen in geconcentreerde toestand het lood aan. Organische zuren werken vooral bij luchttoevoer gemakkelijk in. Op de inwerking van luchthoudend azijnzuur berust een van de fabricagemethoden van loodwit. Ook alkaliën lossen lood op.

Voorkomen. Lood komt voor in meer dan 130 loodmineralen. Het belangrijkste erts voor de loodwinning is het loodsulfide (loodglans of galeniet); dit levert ca. 90 % van de loodproduktie. Van mindere betekenis zijn de loodmineralen: wit looderts of cerussiet (loodcarbonaat, PbC03), rood looderts of crocoït (loodchromaat, Pb0rO4), geel looderts of wulfeniet (loodmolybdaat, PbMo04), anglesiet (loodsulfaat, PbS04) massicot en loodglit (beide loodoxiden), pyromorfiet (loodchlorofosfaat), vanadiniet (loodchlorovanadaat). Lood komt als zeldzaam metaal in gedegen toestand voor in Zweden bij Langbanshyttan, waar het in dunne platen spleten in het gesteente opvult.

Door de geochemische verwantschap van lood en zink komen deze metalen zeer vaak naast elkaar voor: 70 % van de loodproduktie en 60 % van de wereldzinkwinning zijn uit dergelijke voorkomens afkomstig. In de loodmineralen komen ook kleine hoeveelheden koper, zilver, bismut, antimoon en arseen voor, die soms economisch winbaar zijn. Men verdeelt de voorkomens in vier groepen.

1. Voorkomens in carbonaaten silicaatafzettingen, b.v. een kalksteen of dolomiet (o.a. Pine Point, Canada: aanwezig: 36 mln. t lood; gehalte: 2,5 % Pb en 6,4 % Zn).
2. Magmatogene-sedimentaire afzettingen die gelaagde en ook massieve ertslichamen, mariene sedimenten en soms vulkanisch gesteente bevatten (Anvildistrict, Canada: aanwezig: 65 mln. t lood; gehalte: 3,4 % Pb en 5,7 % Zn; Bathurstdistrict, Canada: aanwezig: 15-90 mln. t lood; gehalte: 2-4 % Pb en 0,3-0,4 % Zn; Broken Hill, Australië: aanwezig: 17 mln. t lood; gehalte: 10-13 % Pb en 10-14 % Zn).
3. Impregnatievoorkomens (in de Eifel en bij Laisvall in Zweden).
4. Gangvoorkomens die zich tot op grote diepte kunnen uitstrekken, waardoor ontginningskosten sterk stijgen. Hun betekenis neemt daarom af.

Bij lage gehaltes (lood 5 % en zink 1 %) is economische winning alleen mogelijk als de uitbreiding van de voorkomens groot is. Onder de huidige omstandigheden leveren de groepen

2. en 3. de belangrijkste bijdrage aan de loodwinning.

Lood is gemiddeld in de aardkorst slechts in een hoeveelheid van 15—20 g/t gesteente aanwezig. Het is dus vrij zeldzaam. De reserves zijn van 1946-76, ondanks een gelijkmatige stijging van de jaarlijks ontgonnen hoeveelheid, gestegen van 32,5 mln. t tot de genoemde 145,1 mln. t (gerekend als economisch winbaar loodmetaal). Daar een van de belangrijkste toepassingen, nl. het antiklopadditief tetra-ethyllood in motorbenzine, in verband met de milieuverontreiniging in verminderde hoeveelheid wordt toegepast, is het voorlopig niet noodzakelijk naar nieuwe reserves te zoeken. De VS bezitten de grootste loodreserves, nl. 40 % van de bekende loodreserves op de wereld. Canada en de USSR volgen met ieder 13 %, Australië met 8 %.

In 1976 bedroeg de wereldproduktie van lood uit looderts 3,52 mln. t. De grootste producenten waren de VS (16 %), Australië (11,5 %), Canada (9,4 %), Mexico (5 %) en Peru (4,7 %). De wereldproduktie van metallurgisch bereid (geraffineerd) loodmetaal bedroeg in 1976 4,11 mln. t. Een aanzienlijk deel van het aan de markt komend lood bestaat uit opnieuw bewerkt loodafval. Er is geen ander metaal waarvan zoveel gerecycled wordt. Metallurgie. Voor de bereiding van lood komt voornamelijk één mineraal in aanmerking, nl. loodglans.

Het bevat bijna altijd zilver, dat dan als bijprodukt gewonnen wordt. Volgens de oudste methode worden loodertsen, die voor deze werkwijze vrij zuiver moeten zijn, versmolten in een haard of vlamoven, waarin mechanisch wordt geroerd (newmanoven). De loodglans wordt eerst door onvolledige roosting bij ca. 600 °C omgezet in een mengsel van loodsulfide, loodoxide en loodsulfaat. Na het opvoeren van de temperatuur wordt metallisch lood gevormd. Het grootste deel van de ertsen wordt, na roosten, met vloeimiddel en brandstof versmolten. Lucht wordt onder druk in de oven geblazen.

Bevat het verkregen lood geen zilver, dan wordt het enige tijd in gesmolten toestand gehouden, waarbij onoplosbaar en geoxideerd materiaal naar boven komt en afgeschuimd kan worden. Bevat het lood wel zilver, dan wordt het Parkes-proces toegepast. Hierbij wordt aan het lood in gesmolten toestand zink toegevoegd en af en toe geroerd, terwijl de temperatuur op 480 °C wordt gehouden. Zilver-zinkverbindingen komen bovendrijven en kunnen worden afgeschept. Verdere zuivering geschiedt in een vlamoven. Bij het Imperial-MeltingCorporation-proces wordt een concentraat van lood-zinkertsen geroost en de daardoor ontstane oxiden worden door middel van voorverwarmde cokes in een schachtoven gereduceerd.

In de schachtoven wordt onderin hete lucht geblazen. Het zink komt in dampvorm vrij en wordt gecondenseerd door een nevel van looddruppels, verkregen door snelbewegende roerders in een loodbad. Dit voorkomt oxidatie van zinkdamp.

Toepassingen

Lood wordt toegepast bij:

het vervaardigen van accumulatoren,

als waterafsluitende laag,

deklaag van kabels,

grondstof voor menie en vele andere loodhoudende verfstoffen,

in ammunitie en

als legering in kussenblokmetaal.

Omdat lood gemakkelijk kan smelten, wordt het gebruikt als soldeer, lettermetaal en loodplaten. In de chemische industrie wordt het om zijn indifferentie toegepast voor het bekleden van het inwendige van apparaten. Tetra-ethyllood wordt in benzine als anti-klopadditief gebruikt. Er wordt lood gebruikt om optisch glas met een hoge brekingsindex te verkrijgen.

Buizen voor het transport van sterke zuren, in moeilijk aantastbare alliages, kranen, pompen, appendages e.d. die met bijtende vloeistoffen in aanraking komen, worden van dit metaal gemaakt; lood wordt gebruikt voor het breeuwen en als pakking. Het dient voor afscherming van het stralingsgevaar, dat verbonden is aan radioactieve stoffen en röntgenapparaten. Het wordt dan gebruikt in de vorm van uit blokken opgebouwde wanden, platen en schorten ter bescherming van personeel. Lood is in veel toepassingen vervangen door kunststoffen. Loodverbindingen. In zijn verbindingen komt lood meestal voor als 2+-ion, de plumbiverbindingen, die kleurloos en doorgaans slecht oplosbaar zijn. Hiernaast vindt men maar enkele plumboverbindingen met het Pb4+―ion als PbO2, PbF4, PbCl4 en daarvan afgeleide complexen, Pb(lV)P2O7, Pb(SO4)2 en (NH6)2[PbCl4]. Zouten waarbij het PbO2 als zuuroxide heeft gediend, noemt men plumbaten, b.v. calciumplumbaat Ca2PbO4. Wel vindt men veel organolood of gemengde halogene organoloodverbindingen waarbij lood vierwaardig covalent gebonden optreedt: R4Pb, R3PbX, R2PbX2, waarin R een organisch radicaal (CH3, C2H5, C6H5) of waterstof is en X een halogeen (F, Cl, Br, I). Loodverbindingen zijn evenals lood giftig: zie loodvergiftiging.