(loochende, heeft geloochend),
1. iets ontkennen, verklaren dat het niet waar of juist is,
m.n. van iets dat het subject ten laste gelegd wordt: hij loochende nu alles, wat hij vroeger had toegegeven;
2. het bestaan van iets ontkennen: banden die niet te loochenen zijn; dat valt niet te loochenen, dat staat vast.