de dragers van de gegevens binnen een logische schakeling. Gewoonlijk bestaan zij uit elektrische spanningen of stromen, die de gegevens transporteren.
Men definieert de signalen door enkele (meestal 2) discrete waarden van b.v. een elektrische spanning te kiezen en daaraan een logische waarde toe te kennen, b.v. 0-0,8 V wordt 0, laag of uit genoemd en 2,5-5,5V: 1, hoog of aan, andere spanningen hebben geen betekenis. Voor bijzondere toepassingen wordt ook gebruik gemaakt van logische signalen met drie mogelijke waarden (tri-state). Deze signalen kunnen naast 0 en 1 ook de waarde niet-aanwezig (floating) aannemen.
