een (meestal elektronische) schakeling die logische signalen verwerkt tot andere logische signalen. De werking van een dergelijke schakeling kan worden beschreven met behulp van symbolische logica en schakeltheorie.
Logische schakelingen zijn te verdelen in combinatorische en sequentiële (schakeltechniek), het tweede type kan informatie bewaren, het eerste niet. Elementaire logische schakelingen zijn de -spoort (combinatorisch) en de flip-flop (sequentieel). Hiermee worden grotere logische schakelingen samengesteld zoals: tellers, registers en coderingsschakelingen. Deze worden op hun beurt weer verwerkt tot zeer complexe logische schakelingen zoals de centrale verwerkingseenheid van een computer. De interactie tussen de elementen van dergelijke complexe schakelingen wordt geregeld door de besturing, een aparte logische schakeling. De samenwerkende deelschakelingen en hun besturing, waarin de bewerkingen en het transport van informatie plaats vindt, worden datapad genoemd.
