Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Loggem

betekenis & definitie

Emmanuel (Manuel) van, Ned. letterkundige, *8.3.1916 Amsterdam. Van Loggem studeerde psychologie te Amsterdam.

Hij debuteerde in het litteraire tijdschrift Helikon met Gedichten naar Langston Hughes (1938), maar schreef daarna m.n. proza, waaronder een aantal romans. Van Loggem geniet vooral bekendheid als schrijver zowel voor als over toneel. Hij bewerkte Lijmen en Het been van W.Elsschot voor toneel (1961; 3e dr. 1971) en schreef televisieen hoorspelen. Werken: toneel: De Chinese fluitspeler (1947), Jeugdproces (1962); over toneel: Inleiding tot het toneel (1951), De psychologie van het drama (1960), Handboek voor het amateurtoneel (2e dr. 1960), Drift en drama ; proza: Asfalt en horizon (1940), Mozes (1947), Buiten zijn de mensen (1954), Tijdperk der zerken (1969), Goud en doodslag (1969), Paarpoppen (1974), Het toekomend jaar 3000 (1976).

< >