Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

lijfsdwang

betekenis & definitie

m., lichamelijke dwang, gijzeling; het in arrest stellen van de schuldenaar om hem te dwingen aan een bij vonnis uitgesproken veroordeling te voldoen.

De Ned. wet geeft in de artt. 585-611 WBv. een opsomming van de gevallen waarin lijfsdwang mogelijk is, o.a. bij een veroordeling tot het geven van een bepaalde zaak, tot het verrichten van een handeling die uitsluitend van de wil van de veroordeelde afhangt en alleen door hem kan worden verricht, of tot het nalaten van een handeling. Voor het merendeel der geldvorderingen is lijfsdwang niet mogelijk, wel voor alimentatievorderingen. De schuldenaar die niet in staat is aan de veroordeling te voldoen, kan op grond daarvan in kort geding vorderen dat de gijzeling niet of niet langer ten uitvoer wordt gelegd. Ter zake van een bepaalde schuld is de duur van de gijzeling max. een jaar. Lijfsdwang wordt minder toegepast dan het andere indirecte executiemiddel, de dwangsom.

In België is lijfsdwang mogelijk bij de tenuitvoerlegging van veroordelingen tot schadevergoedingen, teruggaven en proceskosten, in criminele, correctionele en politiezaken (wet van 27.7.1871 en art. 47 WStr). Lijfsdwang kan ook worden uitgesproken in zaken die het gevolg zijn van kwaadwillige daden of feiten door de strafwet voorzien. Men zal echter in een vonnis geen lijfsdwang mogen bepalen wanneer het bedrag, waarvoor hij wordt uitgesproken, de BF3000 niet overschrijdt. De duur van de lijfsdwang mag de termijn van een jaar niet overschrijden. Hij kan ook niet uitgesproken worden tegen personen die in het geding zijn betrokken als burgerlijk aansprakelijke partijen; noch tegen hen die 70 jaar geworden zijn; noch tegen vrouwen of minderjarigen; noch tegen de erfgenamen van hem op wie de lijfsdwang toepasselijk was.