Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kristalvorm

betekenis & definitie

m. (-en), begrenzingsvorm van een kristal.

(e) De kristalvorm wordt bestudeerd in de geometrische kristallografie. Kristallen die zich vrij ontwikkelen worden begrensd door platte vlakken die een polyeder vormen, waarvan de symmetrie-elementen een weerspiegeling zijn van de inwendige symmetrie van het kristal. De relatieve ontwikkeling van de vlakken die de →habitus bepalen is hierbij van bijkomstig belang: de ware symmetrie komt tot uiting in de oriëntaties van de normalen van de kristalvlakken. Voor éénzelfde kristalsoort en bij constante temperatuur zijn de hoeken tussen de normalen op homologe vlakken constant en blijven ook constant tijdens de groei van het kristal (wet van Steno, 1669).

In een beperkte betekenis is de kristalvorm de verzameling vlakken die ontstaat uit één vlak door toepassing van de symmetrie-operaties behorend bij de puntgroep van het kristal. De multipliciteit van een ‘algemeen’ vlak is gelijk aan de orde van de kristalklasse. Bijzondere vlakken, d.w.z. in een speciale ligging ten opzichte van de Symmetrieelementen, hebben een kleinere multipliciteit, die een deler is van de orde van de puntgroep.

Een open kristalvorm bevat een onvoldoende aantal vlakken om een gesloten polyeder te vormen; een gesloten kristalvorm kan wel een polyeder begrenzen. Een kristal kan begrensd zijn door één gesloten vorm, ofwel door meerdere open vormen, of door een mengsel van beide soorten vormen. De algemene vorm brengt de ware symmetrie tot uiting.