m. (-en), afk. van indol-methylroodVoges-Proskauer-citraattest, een testreeks ter identificatie van Escherichia coli (tegenover de nauw verwante Aërobacter aërogenes).
(e) De IMViC-test is van belang omdat de aanwezigheid van Escherichia coliwijst op een faecale besmetting, met de kans op de aanwezigheid van pathogene bacteriën, terwijl de aanwezigheid van Aërobacter aërogenes hier niet op wijst. De testreeks berust op een verschil in de fysiologie van de organismen:
1. Het ontstaan van indol in de kweek wijst op de aanwezigheid van E. coli;
2. methylrood wordt door E. coli verkleurd (door de grote hoeveelheden zuur die dit organisme anaëroob vormt);vormt weinig zuur;
3. met de VogesProskauerreactie (een reactie op acetoïne) wordt de aanwezigheid van A. aërogenes
aangetoond, want colivormt geen acetoïne;
4. A. aërogeneskan citraat gebruiken als koolstofbron, E. coli kan dit niet. →gisting.
