Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

idiofoon

betekenis & definitie

[➝Gr. fone, geluid, dus: zelfklinker], m. (-s, -fonen), muziekinstrument waarvan het materiaal zelf in trilling komt en klanken voortbrengt. (e) De zeer verschillende instrumenten die tot de idiofonen behoren, worden ingedeeld naar de wijze van bespelen: slaan, schudden, wrijven, raspen, tokkelen e.d. Tot de slagidiofonen behoren o.a. de xylofonen, castagnetten, gongspelen (➝gamelan), bekkens en spleettrommen.

De schudidiofonen zijn algemeen bekend als kinderspeelgoed (rammelaar); tot deze groep behoort echter ook het oude Egyptische sistrum. De meest verbreide tokkelidiofoon is de mondharp; in Afrika is de mbira of ➝zanza bekend en ook de Europese speeldoos behoort tot deze groep.