o. (-en), 1. hoogste punt, toppunt: de ziekte, de crisis heeft haar — bereikt; 2. (scheepvaart) snijpunt van de loodlijn uit het gegist bestek met de hoogtelijn; 3. (meetkunde) het snijpunt van de drie hoogtelijnen van een driehoek (e).
(e) Het hoogtepunt ligt bij een scherphoekige driehoek binnen de driehoek, bij een rechthoekige driehoek in het hoekpunt van de rechte hoek, bij een stomphoekige driehoek buiten de driehoek. Het hoogtepunt vormt met de drie hoekpunten van de driehoek een puntenviertal zodanig dat elk punt van dit viertal het hoogtepunt is van de driehoek die de overige drie punten tot hoekpunten heeft.
