Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hernhutter (herrnhutter)

betekenis & definitie

I. m. (-s), 1. (ook: Moravische broeder), lid van de Evangelische Broedergemeente (e); 2. ben. van een bepaald zandgebakje: wil je nog een hernhuttertje?;

II. bn., van de hernhutters.

(e) Wat er na de vervolgingen nog restte van de →Moravische broeders, werd in 1722 door graaf N. L.von Zinzendorf op zijn landgoed Herrnhut in Saksen opgevangen. Hij stichtte een hernieuwde → Evangelische Broedergemeente. Herrnhut werd het centrum van een wereldomspannende arbeid op diverse terreinen: gemeentevorming, zending, onderwijs en opvoeding, industrie en handel. De gemeenschap van de hernhutters is over de wereld verdeeld in 18 provincies onder leiding van een algemene synode. Het totaal aantal leden bedraagt ca. 327000.

Europese centra zijn Herrnhut in de DDR, Bad Boll in Württemberg, Christiansfeld in Denemarken en Zeist in Nederland. Nederland kent nog een vijftal kleine gemeenten, vooral gevormd en gesterkt door Surinamers. Sinds 1735 werkt de zending van de hernhutters in Suriname, waar een zelfstandige kerk ontstond, waarvan de leden tot alle bevolkingsgroepen behoren. De hernhutters verbinden een sterk christocentrisch liturgisch belijden met oecumenische wijdheid en missionaire beweeglijkheid. LITT. J.M.van der Linde, Het visioen van Herrnhut (1956); H.Renkewitz, Die Brüder-Unität (1967); M.P.van Buytenen e.a., Unitas Fratrum (1975).

< >