Ned. gemeente in de prov. Overijssel (Twenthe), 53,79 km2 (pleistoceen zand en groengronden), 72000 inw., 41,0 % r.k., 17,0 % n.h., 4,5 % geref., 9,5 % overige en 28,0 % g. kerkg.
De cultuurgrond is m.n. in gebruik als grasland (gemengd bedrijf), afgewisseld door bossen. Naast de stad Hengelo omvat de gemeente het dorp Beckum (Bekkum) en enkele buurtschappen. Van een dorp ontwikkelde Hengelo zich, vooral na 1870, tot een belangrijk industriecentrum in Twenthe, sinds 1935 aan het Twenthe Kanaal. Naast metaalindustrie (machinefabrieken, elektrotechnische fabrieken, metaalwarenfabriek, draadvlechterij, pompen) is vooral de textielindustrie belangrijk. Verder heeft Hengelo een overslagbedrijf, expeditiehandel, chemische industrie, een bierbrouwerij, zoutindustrie, enige drukkerijen, timmerfabrieken, fabrieken van voedingsmiddelen, kunststoffen, beton en een zuivelfabriek. De veelzijdige industrie verleent de gemeente een economische stabiliteit. Het vermaakcentrum De Waarbeek wordt druk bezocht.