Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

heerd

betekenis & definitie

m. (-en), in de Groninger Ommelanden gebruikelijke ben. voor hoeve.

(e) De heerd, waaraan voor de eigenaar het recht verbonden was om op zijn beurt een jaar lang het redgerschap, in het Westerkwartier het grietmanschap (→grietman), te bekleden, noemde men edele heerd.

LITT. R.P.Cleveringa Pzn., Clauwgerechtigde Ommelander heerden en de eis van gegoedheid van de redger (1963).