Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hartinfarct

betekenis & definitie

[→Lat. infarcire, instoppen], o., hartspiernecrose door onvoldoende bloedvoorziening. (e) Het hartinfarct is de ernstigste vorm van insufficiëntie van de kransslagaders (→coronairsclerose). Het hartinfarct neemt sterk toe in frequentie, waarbij vooral opvalt dat ook mannen van 35-55 jaar, vaak zonder voorafgaande waarschuwing (→angina pectoris) worden getroffen.

Vóór het 55e jaar is de sterfte aan hartinfarct bij mannen zes maal zo groot als bij vrouwen; na de menopauze treedt een zekere nivellering op, zodat op het 65e jaar de man-vrouwverhouding ca. 1,5 : l’is. Boeren worden veel minder vaak getroffen dan stedelingen; het hartinfarct is een typische welvaartsziekte. Factoren die een hartinfarct in de hand werken zijn hoge bloeddruk, →vetzucht, een verhoogd cholesterolgehalte en briglyceriden in het bloed en het roken van sigaretten. De aandoening is een onderdeel van de →managerziekte, waarbij gebrek aan lichaamsbeweging, te veel eten, drinken en roken, en de zenuwslopende jachtigheid van de moderne tijd alle een rol spelen.Coronairsclerose is in 99 % de oorzaak van een hartinfarct: trombusvorming leidt tot onmiddellijke afsluiting van het getroffen kransvat. Dit veroorzaakt plotselinge, zeer hevige pijn in de borst, soms ook in de bovenbuik, en vaak uitstralend naar de linker schouder, arm of kaakhelft. Sommige infarcten verlopen nagenoeg symptoomloos en worden voor een aanval van indigestie gehouden. Meestal gaat de pijn gepaard met doodsangst, sterk zweten, duizeligheid, misselijkheid en soms braken. De bloeddruk daalt, de patiënt kan bewusteloos ineen zakken en in een toestand van ernstige shock geraken. Soms volgt de dood binnen enkele seconden of minuten (→hartverlamming).

Overleeft de patiënt de eerste minuten, dan treedt vaak een toestand van ernstige decompensatie van het hart op met benauwdheid en cyanose; ook allerlei geleidingsstoornissen (tot hartblok) kunnen zich voordoen. Bij grotere infarcten, vooral wanneer de scheidingswand tussen rechter en linker harthelft en daarmee het prikkelgeleidingssysteem is getroffen, volgt de dood vaak na enkele uren of dagen. Er zijn alle graderingen mogelijk tot nagenoeg volledig herstel toe, waarbij de uitgebreidheid en de lokalisatie van het infarct een grote rol spelen.

De diagnose is klinisch meestal eenvoudig, maar kan bevestigd worden door →elektrocardiografie en biochemisch bloedonderzoek. Complicaties zijn, behalve de geleidingsstoornissen, vooral het scheuren van het necrotische deel van de hartspier, waardoor het hartzakje vol bloed loopt (harttamponade), hetgeen in enkele seconden tot de dood leidt, en het plaatselijk verzwakken zonder scheuren van de kamerwand, waardoor zich een aneurysma van het hart vormt.

Bij patiënten met een acuut hartinfarct dienen de vooral in de eerste fase optredende ritmestoornissen tijdig gesignaleerd te worden (→hartbewaking). Nog steeds overlijdt een groot deel van de infarctpatiënten voordat het ziekenhuis wordt bereikt. In sommige steden kent men hartambulances, waarin ook tijdens het vervoer dreigende complicaties effectief kunnen worden bestreden.

Na de eerste fase van het infarct kan de patiënt in het algemeen weer vrij snel gemobiliseerd worden. In sommige hartklinieken is een oefenprogramma uitgewerkt, waarmee men beoogt de revalidatie van de infarctpatiënt sneller te laten verlopen. Omdat een causale therapie van het hartinfarct niet mogelijk is, wordt steeds meer aandacht geschonken aan preventieve maatregelen. In Nederland stimuleert de Hartstichting allerlei onderzoekingen naar de risicofactoren en verzorgt zij de voorlichting hierover aan het publiek.

In België heeft de Cardiologische liga een drievoudig doel: opsporing en preventie, informatie via voordrachten en publikaties, en revalidatie en herstelling van de hartpatiënten.