Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gruis

betekenis & definitie

o., (coll.) massa van betrekkelijk kleine onregelmatige, ruwe brokken; de een of andere vaste stof in verbrijzelde, verbrokkelde toestand: — van steenkool; aan, in, tot — vallen, slaan, werpen enz., ook oneig.; grofkorrelig keizand, (ook) brokkelig gesteente (op de grond): het rosse blinkende zand of —; (ook) graveel of niergruis, een ziekte.