Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

grondverbetering

betekenis & definitie

v., 1. verbetering van een slappe bodem voor funderingen enz., door het inbrengen van steviger specie ⓔ;

2. maatregel met doel het voortbrengend vermogen van de grond te verhogen ⓔ.

ⓔ BOUWKUNDE. Grondverbetering onder een ➝fundering kan geschieden door de slappe grond te vervangen door goed draagkrachtig zand, door aanstampen, trillen met trilmachines, inwateren, aanplempen, opspuiten en diepteverdichting door trillingen, injecteren met cement of chemische stoffen. Vele van deze methoden kunnen ook onder bestaande funderingen worden toegepast.

CULTUURTECHNIEK. Grondverbetering kan zowel betrekking hebben op woeste grond (➝ontginning) als op cultuurgrond (➝herontginning). De voornaamste bewerkingen die bij grondverbetering kunnen worden toegepast, zijn:

1. het breken van vaste lagen, die een storende invloed hebben op de beworteling en de luchten waterhuishouding van de grond, door diepploegen of mengwoelen.
2. het verwisselen en mengen van lagen, door dieper liggende grondlagen van goede hoedanigheid naar boven te halen en de slechte lagen naar beneden te werken. Dit kan geschieden door ploegen of spitten of, afhankelijk van de diepte van de goede laag, door ➝diepploegen of diepspitten. Door diepploegen kan tevens een zekere menging worden verkregen. Ligt de naar boven te halen grondlaag zeer diep, dan wordt wel een grondvijzel gebruikt (➝bezanden). Soms moet de goede grond van elders worden aangevoerd (zand, bagger, terpaarde e.d.).
3. het egaliseren van het maaiveld waarbij de bovengrond, in verband met de goede landbouwkundige eigenschappen daarvan, boven moet blijven. Een grondverbetering dient vaak te worden afgerond door andere maatregelen, zoals een verbetering van de waterbeheersing en het toedienen van een zware bemesting zoals compost of bekalking.

< >